De muziek van 2011
Met een paar vrienden wisselen we elk jaar rond de jaarwisseling de beste muziek van het jaar uit. Elk jaar beklagen we ons over het gebrek aan iets en de overdaad aan iets anders; de hoge mannenstemmen en over-geproduceerde popsterren. Maar er is ook altijd veel goeds te melden.
Hieronder mijn lijstje, met een paar Spotify links naar specifieke nummers en een enkel youtube linkje.
Kanye West & Jay Z – Watch the throne
Na My Beautiful Dark Twisted Fantasy een iets minder album, maar ik mag mezelf toch graag trakteren op de decadente lyrics en harde beats. Wat een nietsontziende strijd om het alfaschap van de hiphop-scene. Kanye West en Jay Z staan natuurlijk nog steeds aan de top, waar ze druiven eten, op hun sofa liggen en naar beneden kijken, als Romeinse keizers in pak. Hoogtepunt is “Otis.” En het openingsnummer.
Alex Turner – Submarine OST
Ik heb de film nog niet gezien, maar Alex Turner (de zanger van Arctic Monkeys) heeft een prachtige soundtrack gemaakt. De festivals stonden dit jaar vol met halfzachte singer/songwriters, maar alleen dit album hoeft van mij te blijven. Beste nummer: ‘It’s hard to get around the wind.’
Foster the People – Torches
Goed album van drie multi-instrumentalisten. Het klinkt soms wel een beetje als kinderen voor kinderen. Ik vond het album in het begin heel cool, maar het bekoelde wel een beetje. Ik stel me gewoon voor dat ze hele rare ruimtepakjes aanhebben en een rookmachine gebruiken bij hun optreden. Dat maakt veel goed.
The Black Keys – Brothers
Ik dacht dus eerst dat zij veel te gothic waren, waarschijnlijk door de naam, maar 2011 is het jaar dat ik The Black Keys leerde kennen. Ze zitten ergens tussen Jack White en The Strokes in. Het is een fantastisch album om te luisteren terwijl je met wind tegen door de polder fietst. Lijkt me zo, want dat doe ik natuurlijk nooit.
First Aid Kid – The Lion’s Roar
Dit zijn twee mooie Zweedse meisjes met stemmen als stadiontoeters. Tijdens hun optreden in de Melkweg zongen ze de zaal omver en gingen dan keihard op hun instrumenten rammen en met hun meterslange haren rondzwaaien. Het was muzikaal het beste optreden dat ik zag. En zoals elke Zweedse band denk je gewoon weer: GESTOORD, LEUK.
Nicolas Jaar – Space is only noise
Ik heb een groepje vrienden die doorgaans de hele zomer op hun dak zitten een beetje jetset te zijn. Voor zover ik weet doen zij niets, behalve een beetje spelen met de draaitafel en oesters eten. Zij luisterden de hele zomer hier naar. Een goed album van een Amerikaans/Chileense student literatuurwetenschap die ineens hip is geworden. Dankzij mijn vrienden natuurlijk. Perfect voor achter het stuur. Of terwijl je een Thaise Biefstuksalade maakt.
Beirut – The Rip Tide
Ze doen het weer! Heel goed album. Minder sentimenteel dan hun vorige albums. In Paradiso waren ze (hoewel briljant) wat plichtmatig, waardoor ik eigenlijk te laat serieus ben gaan luisteren. Hoogtepunt: East Harlem. Zach Condon is pas 25 en heeft al 5 ep’s en 3 albums uitgebracht, een writersblock gehad en een wederopstanding.
Edward Sharpe & The Magnetic Zero’s – Up from below
Dit is toch de definitieve terugkeer van de ranzigheid van de jaren tachtig? Hun liedje Home zat in de reclames van Ikea, maar ik vind ‘40 day dream‘ veel beter. Maar kijk vooral geen optreden van ze. Dan krijg je last van plaatsvervangende schaamte. Of okay, trek dan je legging aan en een jasje met schoudervulling.
Lucky Fonz III – Hoe je honing maakt
Het festival Into the great wide open werd gedomineerd door zoete singer/songwriters die zongen over sprookjesbossen en regenbogen. Daar werd ik niet echt warm van. Gelukkig was ook Lucky Fonz. Zijn nieuwe album is heel plezierig. En geestig. De langzame liedjes vind ik een beetje aanstellerig, maar over het algemeen is het een heel goed album. Het hoogtepunt staat er helaas niet op: Diana. Lucky achterin een taxi voor de film Rabat, met naast hem de bad ass der bad assen Kempi, voorlezend vanaf zijn iPhone.
The Decemberists – The King Is Dead
Het optreden van The Decemberists in januari was een beetje saai helaas. Ze speelden gewoon hun liedjes en waren zo op hun gemak dat het leek alsof ze daar toevallig stonden. Maar wel steengoed. Hun vorige album was een stuk minder, dus het is goed dat ze zich weer herpakt hebben. De clip van The Calamity Song is gebaseerd op het boek Infite Jest van David Foster Wallace. En nu gaan The Decemberists er een paar jaar mee ophouden.
Ryan Adams – Ashes and Fire
Als Ryan Bingham een jaar geen album maakt moeten we het doen met de mindere Ryan: Adams, niet te verwarren met Brian. Het is een gevoelig album geworden waarop hij steeds afvraagt of het allemaal wel goed komt. Onderweg mist hij duidelijk zijn vrouw, zijn ranch en de open haart. Luister bijvoorbeeld naar het prachtige Lucky Now.
Maar eigenlijk
.. stond het jaar in het teken van twee albums die ik nog niet eerder kende en daarom pas dit jaar ontdekte. Nadat op de Grammies Mumford en Bob Dylan ineens vergezeld werden van de Avett Brothers ontdekte ik hun album “I and love and you.” Eerst vond ik hun stemmen een beetje irritant, maar het bleef per ongeluk op mijn iPad staan en ik leerde de composities iets beter kennen en langzaam bleef het plakken. Nu luister ik er bijna dagelijks naar.
En het album van de Franse Jazz-zangeres ZAZ. Het is altijd wel leuk om la blogotheque te volgen, de Franse site die artiesten vraagt om na een optreden een verassingsoptreden ergens op straat te geven. Dat filmen ze dan en zetten ze op hun blog. Het liedje Je Veux is al leuk op het album, maar live op Francofollies zie je pas echt hoe goed ze is. De rest van La long de la route swingt ook belachelijk de pan uit. Ver weg het beste album dat ik in 2011 ontdekte.
2012 c’est les autres
In veel van de andere lijstjes Jonathan Jeremiah’s album A Solitary Man. Tijd om 2012 daarmee te beginnen. Volgend jaar weer een nieuwe musicwatch.
Tags:
Avett Brothers, Beirut, David Foster Wallace, Decemberists, Kanye West, Lucky Fonz III, Ryan Adams, ZAZ
Tweet