Het is nog steeds niet onze oorlog
Gouden bergen werden ons beloofd: samen met mijn vrienden begon ik in 2001 aan het laatste jaar van mijn middelbare school. De arbeidsmarkt zou perfect zijn als wij afgestudeerd waren, we konden zoveel lenen als we wilden en ons grootste probleem was dat we niets wisten welke studie we moesten kiezen. Ik had een scheiding in het midden, een spijkerjasje met opzettelijk versleten plekken en een bierflesje in mijn linkerhand omdat een vriend jarig was, toen ik live op televisie zag hoe de torens van het World Trade Center instortten.
Ondanks onze puistjes was onze mening achteraf volwassen: dit waren gekken en die zullen er altijd zijn. We keken er een uur naar en daarna gingen gewoon door met het vieren van de verjaardag. De rest van de wereld was een andere mening toegedaan. Ineens bleek er een invasie van moslims te zijn. De politieke elite had liggen slapen. Overal hadden terroristen hun messen geslepen, gulzig starend naar onze kinderen. Wat voor elf september een gouden toekomst was, was na elf september een crisis.
De oorlog tegen het terrorisme is nooit onze oorlog geweest. De aanslagen werden gebruikt als stok om mee te slaan. Er ontstond een politieke crisis rond de multiculturele samenleving en later volgde een economische crisis. Mijn vrienden met hun gel en gympjes werden ineens een linkse elite. Er werd bezuinigd op ons onderwijs en onze kunst; de arbeidsmarkt is ingestort en een hypotheek kan niemand meer krijgen.
Op onze openbare middelbare school bestond zo ongeveer de helft van de klas uit moslims. Het was ook niet hun oorlog. Samen zagen we aanslagen en samen hebben we gegruweld. De oorlog hebben we te danken aan George Bush, Mohammed B., Geert Wilders, Bin Laden en de Tea Party. Maar wij mogen het opruimen.
---Tags:
crisis, elf september, Geert Wilders, Tea Party
Tweet